Ik voel me stukken beter dan twee maanden geleden. Ik ben bijna op een redelijk gewicht maar er mag nog wel wat bij. De oefeningen bij de fysio, het zwemmen, fietsen en wandelen beginnen hun vruchten af te werpen.
Mijn lijf ziet er weer wat steviger uit.
De ‘oude vrouwtjes’ rimpels in mijn bovenarmen zijn weg.
Ik heb nog geen wasbordje maar mijn buikspieren doen weer goed mee.
Wel duikt regelmatig plotseling die rare vermoeidheid nog op. Wie zelf ervaren heeft wat een chemokuur met je doet zal direct begrijpen wat ik bedoel. Ik heb inmiddels geleerd daar maar aan toe te geven. Doe ik dat niet dan moet ik het bekopen met één of meer slechte dagen.
Ik heb het feit dat mijn toekomst zo onzeker is een poosje verdrongen.
Maar sinds er vorige week weer een CT-Scan is gemaakt en er bloed is afgenomen ben ik er erg mee bezig. Alle scenario’s komen weer voorbij.
Vandaag hadden we een afspraak voor de uitslag.
Per keer lijkt de spanning wel erger te worden. Bij mij stijgt de spanning telkens ten top op het moment dat we die donkere parkeergarage van het ziekenhuis binnen rijden. Het is altijd net of het hele betonnen plafond op mijn schouders valt. Alsof ik door een monster naar binnen gezogen wordt. Een monster dat mij tussen zijn kaken klemt en me heen en weer schud tot het moment dat hij besluit me in te slikken of toch maar weer los te laten.
Gelukkig hoefden we niet lang te wachten. Eenmaal in de spreekkamer vertelde dr. B. ons direct dat de scan er goed uit zag. Er was wat vocht in mijn buik te zien maar dat is waarschijnlijk nog het gevolg van de operatie; niet verontrustend. De kanker markers in het bloed waren laag dus ook dat was een goed teken.
Een opluchting maar we weten door de vorige ervaring dat deze uitslagen niet alles zeggen. Vorige keer ging ik immers vlak na zo’n zelfde uitslag bijna vrolijk naar de OK voor het opheffen van het stoma. Tijdens die operatie bleek het toch weer mis te zijn.
Na mijn opmerking dat ik niet veel vertrouwen meer heb in de uitslag van de scan gaf dr. B. onmiddellijk toe dat het feit dat er niets te zien is geen zekerheid geeft dat er werkelijk geen nieuwe kankercellen aan het groeien zijn. Er is nog geen methode om de vorming van slijmweefsel zoals bij PMP in een vroeg stadium te ontdekken.
Ik had nog één vraag: “Kunnen we een lange reis gaan maken?”
Na uitgelegd te hebben wat de bedoeling was kwam het verlossende antwoord:
“DOEN!”
Even later stappen we samen opgelucht in de auto en het licht van het parkeergarage-monster springt op groen. Ik ben weer ontsnapt.
Morgen gaan we gaan we het gelijk regelen; een reis per camper door Canada. Nu kan het nog!
CANADA HERE WE COME